In de twijfel van dr. Visser zag de rechter de mogelijkheid van verstikking, ondanks dat niets op verstikking wees. Dr. Visser wees het gerechtshof er nog op dat andere bronnen het bewijs voor verstikking zouden moeten leveren, maar dat hij geen bewijs voor verstikking had gevonden. Helaas leek het Gerechtshof niet meer te stuiten in haar overtuiging dat het hier een moord moest betreffen en dus zagen alle rechters over het hoofd dat andere bronnen van onderzoek het bewijs moeten leveren voor verstikking en geweld.