Op deze pagina kun je je reactie achterlaten.
In verband met de aard en de achtergrond van deze website zal iedere reactie eerst door de redactie worden beoordeeld vóór plaatsing. Reacties met ongenuanceerde veroordelingen, zowel in de richting van Henk als in de richting van het justitiële apparaat of mensen die daar deel van uit maken zullen wij niet plaatsen. Wij kunnen ons voorstellen dat je je verontwaardiging wilt uiten via verwijten en scheldwoorden en vragen je daar een andere weg voor te vinden. Wij kunnen zelf ook flink tieren in de beslotenheid van eigen kring, waarna we onze boosheid omzetten in inleving in alle betrokkenen en in helderheid over wat we willen en in de kracht om dat voor het voetlicht te brengen. Graag je begrip hiervoor.
Klik hier om een reactie te plaatsen.
een medegedetineerde zegt
Ik heb Henk in een zeer donkere periode van mijn leven leren kennen.
Op momenten dat ik mijzelf erg zielig vond, kon ik mij slechts spiegelen aan Henk. Daarnaast heb ik Henk leren kennen als een integere man, verstandig, veel levenservaring, en ondanks zijn situatie toch positief van geest, wilskracht en doorzettingsvermogen. Ondanks het leeftijdsverschil [ik had z’n zoon kunnen zijn] durf ik te stellen dat Henk en ik vrienden zijn.
Ik geloof in zijn onschuld, en dat doe ik op basis van alle publicaties en op basis van alle gesprekken die wij hebben gevoerd.
Ik wens Henk kracht voor de periode die nog moet komen en ben aanwezig in de rechtzaal als hij wordt vrijgesproken, om hem de hand te schudden!
Bewondering heb ik voor Justine dat zij zich tomeloos inzet om dit onrecht aan te vechten!
Hendrik zegt
Even nog een vraag over de riem. Er is veel kracht op de riem uitgeoefend waardoor hij in 3 stukken is gebroken. Wie heeft het onderzoek gedaan naar DNA- sporen en niets gevonden, het NFI soms? Lijkt mij een goede zaak om een ander(onafhankelijk) bureau er ook eens naar te laten kijken, men heeft wel op een waterlijk nog DNA-dadersporen gevonden.
Ik heb ook nog eens even naar de foto’s van de volvo gekeken,wat mij opviel dat zelf het wegdek blauwig is, hieruit valt al op te maken dat er flink gerommeld is met de kleurweergave, men heeft dat zeker zelf ook wel een beetje in de gaten door er een voetnoot bij te plaatsen dat de kleur af kan wijken om dat het een copie is,ook een duidelijk fotootje van een alpinopet is al een hele opgaaf.
justine zegt
dag hendrik,
hierbij antwoord op je 2 vragen. dna onderzoek van de stukken riem was technisch niet meer mogelijk. ze hadden te lang onder het zand en in het vocht gelegen. en het gewicht en de lengte van pim en henk? dit is een van de punten waarmee de CEAS probeerde te scoren en die gemakkelijker zijn te weerleggen. in het sectierapport staat dat pim 1.92 lang was en ongeveer 90 kilo gewogen moet hebben. henk is door dr. backs opgemeten als zijnde 1,74,5 m. en 62 kilo. de CEAS had naar Henk toe kunnen komen om dit te checken en heeft dat niet gedaan.
in het herzieningsverzoek dat knoops in voorbereiding heeft zullen deze gegevens door een nieuw onderzoek worden bevestigd.
justine
Hendrik zegt
is er ook DNA onderzoek op de (stukken) riem gedaan? Vreemd is ook dat de 2 personen nu ineens even zwaar zijn, wie kan dat weerleggen? De foto van de volvo zegt mij niets, de proef moet onder de zelfde omstandigheden gedaan worden als op de bewuste avond,dus donker en droog en belicht door de koplampen van de toendertijd daarachter staande auto.
Albert zegt
Beste Justine,
Ik vind het wel bijzonder dat er nu een deskundige moet reageren op het CEAS rapport, terwijl deze site vol staat met aannames van leken. Ik begrijp dat je de moed erin houdt, maar laat ieder die dit leest zelf beoordelen wat hij wil geloven. Jullie verhaal en het CEAS rapport zijn daarvoor van belang.
Albert zegt
Om een helder beeld te scheppen van wat er allemaal is onderzocht in het CEAS onderzoek, hierbij de managementsamenvatting. Het had de makers van deze site gesierd als zij deze zelf hadden geplaatst. Alleen een verwijzing naar rechtspraak.nl was wel erg matig. Ik wens de lezer succes met het afwegen van de feiten.
Managementsamenvatting
Op 5 december 2001 werd de vermissing van Pim O. (37) bij de politie gemeld. Via een relatiebemiddelingsbureau zou Pim een blind date met naar hij vermoedt een vrouwelijke oudcollega hebben gemaakt op de dag daarvoor. Om 18.00 uur zou hij van zijn woning worden opgehaald. Nadien wordt door familie, vrienden en collega’s niets meer van hem vernomen.
Naar aanleiding van een uitzending van ‘Opsporing Verzocht’ op 25 maart 2002 meldt een agent van de Regiopolitie Flevoland dat op 10 januari 2002 een jas, een mobiele telefoon en een sleutelbos als gevonden voorwerpen op het politiebureau te Dronten zijn bezorgd. Eerder is Henk H. (56) reeds als verdachte in beeld gekomen. Hij wordt op 27 januari 2002 aangehouden op verdenking van moord c.q. doodslag, in verzekering gesteld en vervolgens in voorlopige hechtenis genomen. Zijn drie dagen eerder in beslag genomen auto wordt door het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht. Wanneer door DNA-onderzoek blijkt dat in de auto een bloedvlekje van Pim O. afkomstig is wordt de op 28 februari vrijgelaten H. op dezelfde dag opnieuw in voorarrest gesteld. Op 26 en 27 maart 2002 wordt onderzoek gedaan op de plaats waar de voorwerpen, die van Pim afkomstig bleken te zijn, zijn aangetroffen. Dat leidt tot de vondst van het in het Drontense bos begraven lichaam van Pim.
Henk H. wordt door het openbaar ministerie vervolgd wegens verdenking van moord en het wegmaken van een lijk met het oogmerk het feit of de oorzaak van het overlijden te verhelen.
De rechtbank te Zutphen veroordeelt hem op 12 februari 2003 tot een gevangenisstraf van 20 jaren. Dat oordeel wordt bevestigd door het gerechtshof te Arnhem op 12 juli 2004. De bewijsverweren van de verdediging die erop neerkomen dat Pim een natuurlijke dood zou zijn gestorven en dat Henk H. fysiek niet in staat zou zijn een man als Pim te overweldigen, worden gepasseerd. Op 5 juli 2005 verwerpt de Hoge Raad het beroep van H. in cassatie.
Deze zaak is door diverse personen onder de aandacht van de CEAS gebracht. De thrillerauteur Jacob Vis publiceert in april 2007 het boek ‘Het Rijk van de Bok’ dat geheel op de zaak is gebaseerd en talrijke twijfels oproept over de juistheid van de bewezenverklaring. Op 31 mei 2007 dient dhr. Vis een officiële aanvraag tot nader onderzoek bij de toegangscommissie van de CEAS. Dit verzoek wordt, na ampele onderzoekingen en na herhaalde pogingen van dhr. Vis, door het College van procureurs-generaal afgewezen op advies van de toegangscommissie.
Inmiddels heeft ook prof.dr. P.J. van Koppen in de loop van 2007 het College deelgenoot gemaakt van een aantal kritische kanttekeningen en vragen over de zaak, al dient hij geen officieel verzoek tot nader onderzoek in.
Op 18 april 2006 ontvangt de toegangscommissie een anonieme, handgeschreven brief die de indruk wekt te zijn geschreven door een lid van het opsporingsteam. De schrijver stelt het oneens te zijn met een aantal door zijn superieuren genomen beslissingen, die de waarheidsvinding zouden hebben belemmerd. Ook deze brief leidt niet tot een positieve beslissing tot nader onderzoek.
Op 27 mei 2008 dient de wetenschapsfilosoof prof.dr. A.A. Derksen een verzoek tot nader onderzoek bij de toegangscommissie in, waarin hij verwijst naar zijn boek ‘Het O.M. in de fout’ (2008). Hij stelt dat het vooronderzoek een tiental ‘manco’s’ vertoont.
Op 18 november 2008 adviseert de toegangscommissie het College om op een zestal punten nader onderzoek te laten doen. Het College neemt dat advies over en stelt een driemanschap in
bestaande uit:
• mr. W.P.A. Korver, advocaat-generaal bij het ressortsparket ’s-Hertogenbosch
(voorzitter),
• prof.mr. Th.A. de Roos, hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht aan de Universiteit van Tilburg, tevens raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch,
• de heer J. Wilzing, hoofdcommissaris van politie, oud-korpschef van de Regiopolitie IJsselland en voormalig directeur van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) in de rang van hoofdcommissaris van politie.
De vijf onderzoeksvragen zijn aangeduid als vijf ‘kwesties’. Hieronder worden de vragen kort weergegeven, en vervolgens de bevindingen over die vragen van het driemanschap.
CEAS 2007/003116
De kwestie van de data
Wanneer is de politie Flevoland onderzoek gedaan naar de gevonden jas, en wanneer is daarvan proces-verbaal opgemaakt? Is het door een agent van de politieregio Flevoland d.d. 26 maart 2002 op verzoek van het onderzoeksteam in de zaak-H. opgemaakt proces-verbaal vals voor wat betreft de daarin vermelde datum en tijd waarop hij zich door boerenzoon Jurjan R., die de jas, mobiele telefoon van Pim O. had gevonden de vindplaats heeft laten aanwijzen, zoals door critici was gesuggereerd? In deze vraag is begrepen het onderzoek naar het briefje dat ter plaatse van het aantreffen van de jas is gevonden, waarover de verklaringen van deze Jurjan en de politie uiteenlopen.
Bevindingen van het driemanschap
Van een vals proces-verbaal is niet gebleken. Er is geen enkele aanwijzing dat is gemanipuleerd of gefraudeerd met registraties in het bedrijfsprocessensysteem van de politie Flevoland X-pol.
De verklaringen van de vinder en zijn moeder dat de betreffende agent niet al vóór 14 januari 2002, maar pas op 26 maart 2002, op de vindplaats is geweest kunnen niet kloppen. Wel blijkt in het proces-verbaal sprake te zijn van een schrijffout. Waar 10 januari 2002 staat wordt 13 januari 2002 bedoeld. De agent is, naar het driemanschap heeft vastgesteld, op 13 januari 2002 met de vinder naar de vindplaats gegaan. Hij heeft toen het briefje op 13 januari in ontvangst genomen en daarover een mutatie gemaakt. Hij heeft ook overigens, in het bijzonder waar het de acties met betrekking onderzoek naar de mobiele telefoon betreft, adequaat gehandeld en zelfs meer gedaan dan van hem mocht worden verwacht. De kritiek op zijn ‘gebrek aan actie’ en vermeende incompetentie is uitsluitend ingegeven door wetenschap achteraf, dat er vlakbij de vindplaats een lichaam lag begraven en dat er mogelijk een misdrijf had plaatsgevonden en is daardoor misplaatst. De beschuldigingen aan zijn adres zijn lichtvaardig geuit en blijken van elke grond ontbloot. Van enig manco in deze fase van het vooronderzoek is het driemanschap niet gebleken.
De kwestie van de anonieme brieven
In totaal zijn door diverse instanties en personen in deze zaak tien anonieme brieven ontvangen.Hoewel de oorspronkelijke onderzoeksvraag beperkter luidde heeft het driemanschap besloten om het onderzoek te verbreden tot alle ontvangen anonieme brieven (dus inclusief die brieven waarvan de rechter geen kennis heeft kunnen nemen), teneinde na te gaan of daarin objectieve en verifieerbare aanknopingspunten zijn te vinden voor de onschuld van H.
Bevindingen van het driemanschap
Slechts twee bij het hof bekende brieven bevestigen het scenario van de verdediging (Pim zou
een natuurlijke dood zijn gestorven en op een homo-ontmoetingsplaats zijn begraven) ten dele.
De identiteit van de briefschrijvers is door het driemanschap niet vastgesteld. Mede gelet op het feit dat de briefschrijvers ook na publieke oproepen daartoe van ondermeer dhr. Vis en prof. Van Koppen nimmer in de openbaarheid zijn getreden, en zij derhalve niet ondervraagd konden worden, is het driemanschap van mening dat aan de inhoud van de brieven weinig waarde kan worden gehecht. De brieven (waaronder één e-mail) vertonen overeenkomsten die er volgens het driemanschap op zouden kunnen duiden dat een aantal daarvan uit dezelfde hoek zouden kunnen komen. De brieven spreken elkaar op sommige onderdelen tegen. De bevindingen van prof. Derksen die volgens hem wijzen in de richting van de waarheidsgetrouwheid van het door de verdediging ingebrachte scenario van een natuurlijke dood op een homo-ontmoetingsplaats berust op een interpretatie van de feiten die het driemanschap niet deelt. Het gaat om een geconstrueerd verhaal waarvoor tot nu toe geen enkele bevestiging is gevonden in objectief verifieerbare bronnen. Het is volgens het driemanschap niet uit te sluiten dat de bronnen niet geheel onafhankelijk van elkaar zijn. Het driemanschap heeft geen enkele aanwijzing gevonden voor de beweerdelijke homo- of biseksualiteit van Pim O noch voor de stelling dat hij homoontmoetingsplaatsen bezocht. Wanneer men er van moet uitgaan dat Pim niet homo- of
CEAS 2007/003117
biseksueel was komt een aantal van de door prof. Derksen geponeerde coherenties op drijfzand te berusten.
Van enig manco in het onderzoek is niet gebleken, ook al omdat de rechter alleen kennis heeft kunnen nemen van de eerste drie anonieme brieven.
Er is ook melding gemaakt van een mogelijk zoek geraakte anonieme brief. Daarvoor zijn geen aanwijzingen gevonden. In andere anonieme brieven (onder meer van mogelijke politieambtenaren-klokkenluiders en medegedetineerden van H.) zijn geen objectieve en verifieerbare aanknopingspunten gevonden voor de onschuld van H.. Het is onwaarschijnlijk dat de twee ‘klokkenluidersbrieven’ door politieambtenaren zijn geschreven.
De kwestie van het briefje/kaartje
Pim zou voorafgaande aan de blind date aan de (ex-)vriendin van Henk H., (net als H.woonachtig te Bennekom) een briefje hebben geschreven dat H. de volgende dag in haar brievenbus (hij beschikte over de sleutel van haar woning en had toegang tot haar brievenbus) zou hebben aangetroffen. Kennisneming van dat briefje zou de aanleiding zijn voor de moord.
Er zijn echter getuigen die stellen, aldus de vraagstelling van de toegangscommissie, dat Pim het briefje niet op het veronderstelde tijdstip heeft verstuurd.
Bevindingen driemanschap
Het driemanschap heeft vastgesteld dat slechts één van de vele getuigen heeft verklaard dat Pim het briefje of kaartje níet op 29 november 2001 heeft verstuurd. Maar deze getuige heeft tegenover het CEAS-politieteam verklaard dat hij op de bewuste avond met Pim eigenlijk helemaal niet over het kaartje heeft gepraat, en dat hij alleen maar het gevoel had dat Pim die avond het kaartje nog niet had verstuurd. Zes andere getuigen hebben verklaard dat Pim hen had verteld dat hij het kaartje wel op 29 november 2001 verzonden had.
Van enig manco is het driemanschap op dit punt niet gebleken.
De kwestie van de getuige S.
Getuige mevrouw S. zou H. en zijn auto (zwart? blauw?) op de avond van de vermissing dan wel moord in de buurt van het graf van Pim hebben gezien, en zou hem later bij een fotoconfrontatie hebben herkend. De critici hebben vraagtekens gezet bij de uitvoering van de fotoconfrontatie en bij de herkenning door de getuige van H. en het door haar opgegeven signalement.
Bevindingen van het driemanschap
Het openbaar ministerie heeft vermeld dat H. in het bezit was van een donkerblauwe Volvo V40, terwijl het kentekenbewijs de kleur zwart is. Uit het onderzoek van het driemanschap blijkt evenwel dat de zwarte auto van H. bij een bepaalde lichtinval een blauwachtige schijn heeft, waardoor de vermelding van het openbaar ministerie dat de auto donkerblauw was onbegrijpelijk noch onoverkomelijk is.
De fotoconfrontatie heeft volgens de toepasselijke regels en zorgvuldig plaatsgevonden. De bewijskracht van de herkenning tijdens de fotoconfrontatie en van het signalement dat de getuige mevrouw S. heeft verschaft is een factor die aan de rechter is voorbehouden. Van enig manco is het driemanschap hier niet gebleken.
De kwestie van de spaden In het onderzoek spelen enkele batsen of spaden een rol. Eén daarvan is door de politie in de tuin van H. aangetroffen. Daarop bleken zich gronddeeltjes (diatomeeën) te bevinden die overeenkomen met de grond uit het graf in het Drontense bos, en niet met die van Bennekom en omgeving. De vraag was of het onderzoek naar de batsen in enig opzicht onvolledig is geweest, meer in het bijzonder of de bats met de diatomeeën door anderen in de tuin van H. is geplaatst.
CEAS 2007/003118
Bevindingen driemanschap
Het driemanschap komt tot de conclusie dat er geen feiten en omstandigheden zijn gebleken die de veronderstelling ondersteunen dat een derde of derden de bats in de tuin van H. heeft respectievelijk hebben geplaatst. De kleisporen op de bats zijn ook aangetroffen in de Volvo van H.. Onduidelijk is het motief van een derde of derden om die bats in de tuin van H. te plaatsen.
Andere stellingen van met name dhr. Vis, zoals die over de zeldzaamheid van de diatomeeën, zijn voldoende weerlegd. De bewering dat de diatomeeën op een andere wijze in de tuin gekomen zijn is anno 2010 niet meer op een verantwoorde manier te toetsen. Van enig manco is ook op dit onderdeel van het onderzoek niet gebleken.
Onderzoek buiten de opdrachten om.
Het driemanschap heeft het tenslotte opportuun geacht op enkele belangrijke punten buiten de opdrachten van het College om enig onderzoek te verrichten.
De doodsoorzaak
Het hof heeft de exacte doodsoorzaak in het midden gelaten. De critici hebben aangevoerd dat een onnatuurlijke dood niet voldoende aannemelijk is, onder meer aan de hand van door de verdediging gearrangeerde reconstructies en van verklaringen van een deskundige over een mogelijke erfelijke aanleg voor plotseling hartfalen bij Pim O.
Bevindingen driemanschap
Het driemanschap komt tot de conclusie dat de mogelijkheid dat Pim O. de aandoening LQTS-2 had niet is vastgesteld. Daarbij is van een pathogeen effect bij deze afwijking, een elektrische hartziekte, niet gebleken. Zoals de deskundige gerechtelijk patholoog-anatoom dr. R. Visser heeft verklaard bestaat ook de mogelijkheid dat iemand die lijdt aan hartritmestoornissen door een andere oorzaak komt te overlijden. Zijn conclusie dat er geen doodsoorzaak kan worden vastgesteld staat volgens het driemanschap recht overeind. Door de critici en de verdediging naar voren gebrachte hypothesen met betrekking tot mogelijke medische oorzaken kunnen niet meer worden onderzocht.
De bezwaren van de critici en de door deskundigen verschafte inzichten doen geen afbreuk aan het oordeel van de rechter dat Pim een onnatuurlijke dood is gestorven, vermoedelijk door verstikking. Er is in zoverre geen sprake van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht of anderszins van een novum.
De reconstructies
Op initiatief van de verdediging hebben (buiten de verantwoordelijkheid van de CEAS) in de periode 2007 – 2009 twee reconstructies plaatsgevonden van de moord zoals die (in de ogen van de verdediging) blijkens de bewezenverklaring van het hof heeft plaatsgevonden. De claim van de verdediging en van prof. Derksen is dat daaruit onomstotelijk blijkt dat H. een moord zoals die volgens de rechter is gepleegd fysiek niet heeft kunnen plegen.
Bevindingen van het driemanschap Met betrekking tot het overmeesteren, doden en begraven van Pim zijn vele scenario’s denkbaar die binnen de bewezenverklaring van het hof kunnen vallen. De door de verdediging gearrangeerde reconstructies hebben daarvan slechts enkele nagebootst. De werkelijke toedracht kan totaal anders zijn geweest. Voorts zijn de uitgangspunten die ten grondslag zijn gelegd aan de reconstructies niet correct. Pim O. had een lengte van 1.85 meter en woog maximaal 75 kilo.
H. heeft een lengte van ongeveer 1.80 m, en een gewicht van ongeveer 75 kilo. De reconstructies zijn gebaseerd op de lezing van H., terwijl andere scenario’s die verenigbaar zijn met de bewezenverklaring door het hof denkbaar zijn. Het feit dat H. bij de voorbereiding van de reconstructies was betrokken en dat zijn aandeel daarin onvoldoende controleerbaar is doet ook afbreuk aan de betekenis ervan. De resultaten van de reconstructies kunnen niet als novum worden aangemerkt.
CEAS 2007/003119
Overig onderzoek
Het driemanschap heeft nog enig technisch onderzoek laten doen aan sporen aangetroffen op de locus delicti (althans de plaats waar Pim O. was begraven) en in de auto van H. (vezelonderzoek, DNA-onderzoek). Daaruit is niets dat voor de beantwoording van de onderzoeksvragen of de waarheidsvinding in deze zaak in het algemeen verhelderend is naar voren gekomen.
Eindconclusie
De bevindingen van het driemanschap naar aanleiding van het onderzoek naar alle hierboven vermelde punten leiden op geen enkel onderdeel tot het oordeel dat sprake is geweest van manco’s in de opsporing, vervolging en de presentatie van het bewijs ter terechtzitting die een evenwichtige beoordeling van de feiten door de rechter in de weg hebben gestaan, terwijl evenmin feiten en omstandigheden aan het licht zijn gekomen die in een mogelijke herzieningsprocedure als novum kunnen worden aangemerkt. Het driemanschap acht geen termen aanwezig de procureur-generaal bij de Hoge Raad te verzoeken de mogelijkheden van een herzieningsprocedure te onderzoeken, en adviseert derhalve het College van procureurs-generaal van een dergelijk verzoek af te zien.
justine zegt
Belangstelling voor de inhoud van het CEAS rapport is begrijpelijk. Dat wij er niet mee te koop lopen is omdat we geen inhoudelijke reactie kunnen plaatsen. Die zou van een van de deskundigen moeten komen of van advocaat Knoops. Aangezien die zich nu aan het voorbereiden zijn op het indienen van een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad, kunnen zij een reactie op het CEAS rapport nog niet aan de grote klok hangen. Knoops vermoedt in september zover te zijn dat het herzieningsverzoek eruit kan. Het is nu nog wachten op enkele resultaten van nieuwe rapporten van deskundigen. Wij, inclusief Henk, houden moed.
Justine
Justine zegt
Rina vraagt of we iets voor de moeder van Henk kunnen doen. Ik bel of bezoek haar af en toe, maar ik denk dat ze bezoek van onbekende mensen niet aan zal kunnen. Wie wil kan haar wel een kaart sturen of iets anders om haar op te beuren. Stuur die dan aan mevr. T. Bouwma, Oost Breukelderweg 3, 6721PG Bennekom.
Sharon zegt
Misschien kan deze zaak voorgelegd worden aan het europese Hof rechten van de mens? Omdat deze man recht heeft op een onpartijdig oordeel van een rechter en die blijkbaar er niet is. Het voorleggen aan dit hof is gratis, alleen het vonnis en het expertrapport voor te leggen voor het doen van een uitspraak, misschien is dat een idee?
rina zegt
Wat een klap weer voor Henk!.Ze blijven aan de gang bij justitie.Beste mensen allemaal even en kaartje sturen doen we toch?? Henk veel sterkte en ook voor jou Justine en mensen van de groep.Met de moeder van Henk heb ik ook te doen en ik vroeg me af of we voor haar iets kunnen doen? RINA
rina zegt
Dag Tommy Ik denk dat je geli8jk hebt,en ook ik denk aan de nabestaanden van Prof Wagenaar.Wanneer ik had geweten dat hij ziek was had ik wellicht een wat vriendelijkere vorm aan mn opmerking gegeven..
Tommie zegt
@ rina – donderdag 17 februari, 2011 om 12:25 uur
Zijn ziekbed moet prof. dr Willem Albert Wagenaar belet hebben om op het CEAS-rapport te reageren.
Op 27 april is hij overleden.
Condoleances aan zijn familie, nabestaanden en al zijn vrienden en kennissen.
Ron de Rijk zegt
Geachte mevrouw Mol;
Kunt u mij zeggen waarom op uw website geen link te vinden is naar het volledige rapport van de CEAS commissie. Op die manier kunnen de lezers zich een beter oordeel vormen over de verschillende visies die er zijn in deze kwestie.
Dan kan men ook zelf oordelen welke conclusies het meest aannemelijk zijn.
Ik zal voor het gemak hieronder aangeven waar het Ceas-rapport te downloaden is.
http://www.om.nl/onderwerpen/commissie_evaluatie/@154879/geen_fouten/
rina zegt
Wat ik me al twee weken afvraag,is, Waar de reaktie van de heren Wagenaar en Derksen blijft, de heren maken in hun boeken korte metten met het proces verbaal en het politieonderzoek,In het rapport staat dat een en ander correct is verlopen .je zou toch zeggen dit is regelrechte kritiek op hen!Verschuilen ze zich alsnog achter hun juridische vrienden? Dit moet opnieuw een klap in het gezicht van Henk en iedereen die hem dierbaar is zijn,Ik wednsjullie veel sterkte Rina
justine zegt
reactie op peter v. 8 feb.
ik word boos als ik lees in uw reactie: de anonieme brieven (die kennelijk uit de entourage van Henk Haalboom komen – zijn zoon schreef de enveloppen).
in het rapport van de ceas worden drie pagina’s, p. 224 t/m 226 gewijd aan dit onderwerp. hierin worden verschillende handschriftonderzoeken aangehaald, die elkaar tegenspreken. de zoon van henk blijft zeggen dat hij niets met de anonieme brieven te maken heeft. dus wat u schrijft is geen vastgesteld en onbestreden feit.
ik verwijs u naar het verzoek bovenaan deze kolom met betrekking tot de reacties die wij ontvangen. wilt u alstublieft geen ongenuanceerde uitspraken doen die een scheef beeld geven?
justine zegt
reactie van job vis op peter v. 1 febr.
Beste Peter V,
Om te beginnen: veel dank voor uw reactie en tegelijk mijn excuus voor de late beantwoording, maar dat had zo zijn redenenen die geheel buiten u en mij om liggen.
Ik heb uw brief met aandacht gelezen. Ik ben het niet in alle opzichten met u eens en dat zal u ok niet verwonderen, maar ik vind dat u een eerlijke mening geeft en dat kunnen we – de mensen die in Henks onschuld blijven geloven – alleen maar waarderen.
Sinds 2004 ben ik intensief bij de zaak betrokken. Mijn boek Het Rijk van de Bok is de weerslag van alles wat ik tussen 2004 en begin 2007 van deze strafzaak heb gehoord en vooral gelezen. Mijn conclusie dat hier sprake is van een rechterlijke dwaling en dat dus een onschuldige is veroordeeld voor een moord die niemand heeft begaan staat nog steeds lijnrecht overeind. Ook na het rapport van de CEAS – een pil van meer dan 400 bladzijden op A-vierformaat, dicht gedrukt en waarin ik uitvoerig word geciteerd – heeft niets aan mijn overtuiging veranderd, integendeel, nog meer dan voorheen ben ik de mening toegedaan dat die veroordeling fundamenteel onjuist was en een schande betekent voor onze rechtstaat.
Wat het zo ontzettend lastig maakt om de onschuld van Henk Haalboom aan te tonen zijn onder meer de zaken die u aanroert in uw brief. En ik geef direct toe dat we alleen een betrouwbaar beeld kregen van de ware toedracht door die anonieme brieven, onder meer van de ooggetuige die ik ‘de blonde homovriend’ heb genoemd, van de andere ooggetuige van Pims dood en van de vrouw die ik Ruth noem in mijn boek. Zij heeft me overigens in 2009 nog een persoonlijke, maar helaas weer anonieme brief geschreven waarin ze zo overduidelijk blijk geeft van insideinformatie die je alleen kunt hebben als je echt van de hoed en de rand weet dat ik via Tros Vermist een dringende oproep aan haar heb gedaan om zich te melden. Tevergeefs, helaas. En zonder een nadere verklaring van die anonieme briefschrijvers zullen we nooit weten wat er echt is gebeurd op die 4e december 2001. Dus moeten we ons houden aan de feiten die we wél weten en kunen verifieren. De allerbelangrijkste is de doodsoorzaak waarvan we nu – met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid weten dat het een natuurlijke dood was, veroorzaakt door een bij leven onontdekte erfelijke hartritmestoornis die geactiveerd wordt door hevige stress.
Kijk, alles wat u schrijft is waar: het is moreel verwerpelijk dat de grafdelvers Pim op die afgelegen plek in de polder begraven hebben, dat ze welbewust zijn nabestaanden in het ongewisse lieten over zijn lot, dat Ruth en de detective zich nooit gemeld hebben, etc. Ruth schreef mij dat ze vreselijk met haar geweten in de knoop zit, maar dat ze eenvoudig niet voor de dag durft te komen uit angst de plaats van Henk in de gevangenis in te moeten nemen. U kunt zeggen: toon moed en laat je geweten spreken en dat heb ik dan ook in duidelijke taal gezegd, maar het mocht niet baten.
Ooit zullen we weten hoe het echt is gebeurd. Wanneer dat zal gebeuren weet ik niet. Ik hoop het nog mee te maken, maar als ik de weerstand van justitie zie dan vrees ik dat het nog wel een hele poos zal duren voor de zaak heropend wordt. Knoops, de advocaat gaat een dappere poging wagen om de zaak voor herziening bij de Hoge Raad voor te dragen, maar of dat lukt, na dit negatieve advies van de CEAS, valt te betwijfelen. Dan volgt de weg naar de Raad van State en uiteindelijk naar het Europees Hof voor de Rechten voor de Mens. Een weg van jaren.
Hoe dan ook: nogmaals veel dank voor uw eerlijke brief.
met vriendelijke groet,
Jacob Vis
Peter V. zegt
Wat me ook enorm tegen de borst stuit, is dat de verdediging zonder enig serieus bewijs allerlei onfrisse zaken over Pim Overzier debiteert. Pim Overzier zou niet alleen homosexueel zijn geweest, hij zou ook homoparkeerplaatsen hebben bezocht, hij zou een schandknaapje hebben gehad die hij betaalde voor sexuele diensten en hij zou een meid aangerand hebben. Behalve het “detectiveverhaal” en de anonieme brieven (die kennelijk uit de entourage van Henk Haalboom komen – zijn zoon schreef de enveloppen) is er geen enkele serieuze aanwijzing voor deze grove aantijgingen. Ik kan me dan ook goed voorstellen dat de familie van Pim Overzier erg ontstemd is over wat er over Pim verteld wordt. Jacob Vis mag misschien wel blij zijn dat de familie posthuum geen aangifte heeft gedaan van smaad en laster.
Maureen van Duijn zegt
Wat kan ik zeggen: heel veel sterkte, dat uiteindelijk de waarheid overwint!
Hartelijke groeten, Maureen van Duijn.
Tommie zegt
In de Volkskrant van zaterdag 5 februari 2011, p.14-15, staat een interview met rechtspsycholoog Peter van Koppen over gerechtelijke dwalingen.
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/1831742/2011/02/05/Een-rechter-is-nooit-zeker-maar-de-gok-moet-kleiner-Munchhausen-by-ProxyEen-heel-rare-verdachte.dhtml
HEnk vd Zee zegt
@ Pat: Er worden mensen veroordeeld voor moord/ doodslag zonder dat er een lichaam is. Als er maar wettig en overtuigend bewijs is.
Ik moet zeggen dat het homo ontmoetingsplaats/ natuurlijke dood verhaal heel erg “later bedacht op mij overkomt”. Kan de logica erachter niet ontdekken.
Tommie zegt
@ Pat – dinsdag 1 februari, 2011 om 12:36 uur :
“Eigenlijk strikt genomen zou je dan een verdachte moeten vrijspreken omdat keihard bewijs voor moord ontbreekt.”
Beste Pat, ik vind dit onjuist geformuleerd.
Dat “Eigenlijk”, dat “zou” en dat “keihard” moeten weg. Dan staat er: “Strikt genomen moet je een verdachte vrijspreken omdat bewijs voor moord ontbreekt.”
Deze aangepaste formulering acht ik wel correct in de zaak van de heer Haalboom. Immers, als uitgangspunt geldt ´in dubio pro reo´: bij twijfel wordt de beklaagde vrijgesproken.
Dat is nu wat er scheelt aan de rechtspraak in (voornamelijk zware) strafzaken. Men is zo bang dat men een schuldige laat lopen dat men de veroordelingen van onschuldigen op de koop toe neemt.
Ook dit psychologisch fenomeen draagt bij aan de absolute noodzaak van een Onafhankelijke Revisieraad.