Henk zei in een (door de politie afgeluisterd) telefoongesprek met zijn zoon dat hij er vanuit ging dat zijn auto was gezien. Letterlijk zei Henk: “Ik weet dat mijn auto werd gezien………daar ga ik vanuit”. Politieagent van T. schreef in een verslag van dit afgeluisterde gesprek dat Henk had gezegd dat hij met zijn Volvo in de polder was geweest. Maar Henk praat niet over zijn aanwezigheid in de polder en ook niet van de aanwezigheid van zijn auto in de polder.
Gelukkig bleken de juiste uitspraken van Henk op een bandje te staan en de advocaat van Henk kon daardoor aantonen dat agent Van T. een valse weergave had gedaan van het telefoongesprek van Henk met zijn zoon. Toch werd de uitspraak die Henk niet deed gewoon als bewijs gebruikt. Zo gemakkelijk zagen OM en rechters bewijs in de uitspraken van Henk. Alles wat je zegt kan als bewijs worden gebruikt, bij Henk werd zelfs wat hij nièt zei als bewijs gebruikt!!
Waarom ging Henk er vanuit dat zijn auto was gezien?
- Henk heeft steeds verklaard dat bij de inbraak in zijn huis op 4-12-2001 o.a. zijn autosleutels zijn gestolen en dat zijn auto een aantal keren door anderen werd gebruikt. Met zijn auto werd zelfs een aanrijding veroorzaakt, waar ook de politie bijgehaald werd. De auto van Henk veroorzaakte f.1500,00 schade. Henk was er zelf niet bij. Vast staat dat Henk op dat moment telefonisch in gesprek was op zijn huistelefoon.
- Een vriendin van Henk, Henriëtte, meende een andere man in de auto van Henk te zien rijden op de avond van 4-12-2001. Heeft zij zich niet vergist dan is het zeker dat andere mensen in zijn auto reden, maar dat wil nog niet zeggen dat zijn auto dus op de locatie in de polder is geweest. Het is onder andere vanwege die wetenschap (via Henriette) dat Henk na de inbeslagname van zijn auto het voor mogelijk hield dat zijn auto ergens was gezien.
- Een derde aspect is dat de zaak Overzier op 25 maart 2002 in Opsporing Verzocht is geweest. Dat Henk die uitzending niet heeft gezien blijkt uit de telefoontap van het gesprek met zijn zoon waarin Henk hem expliciet zegt dat hij de uitzending niet heeft bekeken. De volgende morgen hoorde hij van de medegedetineerden dat zijn auto was gezien en dat die in de uitzending was getoond. Het bevestigde zijn indruk dat zijn auto een rol had gespeeld in de gebeurtenissen rond Pim Overzier. In het telefoongesprek spreekt Henk niet over zijn aanwezigheid bij de auto. Dat telefoongesprek met zijn zoon was op dinsdagavond 26 maart 2002, de dag dat hij van zijn medegedetineerden hoorde dat zijn auto was gezien.
- Twee keer constateerde Henk dat zijn auto niet stond op de plek waar hij die geparkeerd had. Hij concludeerde daaruit dat de auto door anderen werd gebruikt, nadat zijn reservesleutel bij de inbraak was meegenomen. Henk heeft hierover met de wijkagent gesproken.
- Henks auto werd in beslag genomen. Ook daarom dacht Henk dat zijn auto kennelijk in de picture was gekomen, waarom zou de politie anders zijn auto in beslag nemen?
Henk is door deze 5 aspecten gaan geloven dat zijn auto bij de vermissing van Overzier betrokken zou kunnen zijn geweest, vanuit zijn vermeende wetenschap dat deze auto op 4 december 2001 door anderen werd gebruikt. Een aanname voornamelijk gebaseerd op de waarneming door Henriëtte van een andere man met zijn auto. Een aanname met grote gevolgen, want dit vermeende meenemen van zijn auto zorgde ervoor dat hij meende zich te moeten rechtvaardigheden voor het gebruik van zijn auto.
Conclusie: Henks uitspraken tegen zijn zoon zijn vanuit de informatie waarover hij beschikte goed verklaarbaar. Hij kon er terecht vanuit gaan dat zijn auto ergens was gezien.