Henriëtte was een vriendin van Henk. Zij kwam op 4 december 2001 tegen half zeven bij Henk om wijncadeauzakken te halen en wijn te bestellen. Die wijnzakken heeft ze meegenomen, de wijn niet. Tussen half negen en negen uur vertrok zij naar huis. Zij is dus een zeker alibi. Toch heeft Henk van dat zekere alibi geen gebruik gemaakt. Waarom niet? Dat heeft alles te maken met begrip voor de kwetsbaarheid en jarenlange burn-out van Henriëtte en misschien wel de onderschatting door Henk van de ernst van de beschuldiging.
Henriëtte wist dat zij bij Henk had gegeten
Henk werd op 3 januari 2002 als getuige gehoord door de politie. Zij vroegen hem naar zijn alibi op 3 en 4 december 2001. Hij zei dat hij daarover zou nadenken. Op 4 januari 2002 sprak Henk met Henriette over haar bezoek aan hem op dinsdagavond 4 december 2001. Zij wist haar bezoek aan Henk nauwgezet te herinneren. Zij wist dat zij wijncadeauzakken had meegenomen en dat Henk haar twee dagen later de wijnflessen had bezorgd. Zij wist ook dat zij, kort voor haar bezoek aan Henk, had getennist met een pensiongast van haar moeder. Ze had zich niet zo lekker gevoeld en dat Henk had wat te eten voor haar klaargemaakt. Zij wist ook wat, namelijk een Griekse tomatensalade en zogenaamde scampi’s (vegetarische champignonburgers). Ook wist ze dat er een vrouw naar Henk had gebeld. Het was die 4e december de tweede maal dat zij bij hem had gegeten. Geen spoortje twijfel bij haar. Aan dat telefoontje van die vrouw, die Henk zich herinnert als Ruth, had Henk zelf niet eens meer gedacht.
De angst van Henriëtte
Diezelfde avond heeft Henriëtte om 21.10 uur haar voicemail beluisterd. Dat past als je bedenkt dat zij tussen half 9 en 9 uur bij Henk vertrok en naar huis fietste. Op maandag 10 december 2001 heeft Henk uitvoerig met Henriette gesproken. Zij vertelde hem dat zij op dinsdagavond, 4 december, een andere man met Henks auto had zien rijden om ± 23 uur. Henk heeft haar op die l0e december wat verteld over het bezoek van de man, die hij een soort detective noemde. Zij schrok daar erg van. Zij vertelde Henk van haar traumatische ervaringen met de politie toen haar broer in het verre verleden in ernstige problemen kwam en haar vader in gevecht raakte met de politie.
Begin januari vertelde zij tegen Henk dat zij bang was om als getuige gehoord te worden, nadat Henk haar zei dat ze haar wel eens zouden kunnen bevragen over het alibi. Ze reageerde echt paniekerig. Op de dag dat Henk werd aangehouden vroeg zij opnieuw of zij wel voor hem zou moeten getuigen. Gelet op haar angst heeft Henk haar gezegd dat hij zich wel zou redden en dat zij haar mond maar moest houden. Henk deed dat uit bezorgdheid voor Henriëtte. Zij was Henk daar dankbaar voor.
De politie confronteerde Henriëtte niet met Henks verklaring over het alibi
Op maandag 28 januari 2002, de dag nadat Henk aangehouden werd, werd hij van moord of doodslag beschuldigd. Op dat moment realiseerde Henk zich dat hij Henriette toch nodig had als zijn alibi, maar hoe zou Henriette reageren? Hij had haar immers gezegd dat zij niets hoefde te verklaren over dat alibi. Henk besloot met de nodige voorzichtigheid toch duidelijk te maken dat Henriette die avond bij hem kwam. Er staat maar één zinnetje van in het proces-verbaal.
De verhoorders weigerden er meer van op te schrijven, ondanks Henks dringend verzoek dit wel te doen. De video-opnamen laten zien dat Henk wel 20 minuten uitvoerig over de komst van Henriëtte heeft verteld. De verhoorders zeiden Henk toe dat zij Henriette met zijn verklaringen over dat alibi zouden confronteren. Henk is er toentertijd vanuit gegaan dat men dat inderdaad heeft gedaan, maar dat Henriette het niet aangedurfd heeft om daar wat over te verklaren, indachtig zijn opmerkingen tegen haar om zich er maar buiten te houden. De verhoorders deelden Henk één of twee dagen later mede dat zij Henriette hadden bevraagd en dat zij niets van een alibi wist. Dat moet op woensdag 30 of donderdag 31 januari 2002 geweest zijn.
Henriëtte verklaarde niet naar waarheid
Op 18 maart 2002 mocht Henk voor het eerst bezoek ontvangen van Henriëtte. Hij wilde uiteraard met haar spreken over het alibi. Inmiddels had hij een week daarvoor haar verklaring gelezen en daar stond niets in over het alibi. Zij had verklaard dat zij die avond bij haar moeder was geweest en vroeg naar bed was gegaan. Dat was beslist onjuist en dat zei Henk haar ook. Hij wist dat zij ’s middags bij haar moeder was geweest. Hij vroeg haar of de politie haar had bevraagd over het alibi. Zij zei dat de politie haar niet met zijn verklaring hadden geconfronteerd. Zij wist van niets. Daarna raakte zij vreselijk in paniek. Zij vertelde dat de politie haar al had gedreigd met een aangifte wegens meineed omdat ze dachten dat zij dingen verzweeg en niet de waarheid sprak. Dat was ook zo, dat gaf zij ook toe. Zij wist zich geen raad met de situatie en Henk ook niet. Zij durfde haar verklaring niet te herroepen, omdat ze haar hadden gedreigd met meineed. Vanwege haar paniek zei Henk haar alles eerst maar rustig te laten bezinken.
Henk en zijn advocaat ontzagen Henriëtte vanwege haar kwetsbaarheid
Opmerkelijk is dat de agenten het goed hadden gezien: Henriëtte sprak inderdaad niet de waarheid en verzweeg iets heel belangrijks, namelijk dat ze die avond bij Henk was. Dit had ze wel kunnen vertellen als de agenten haar met Henks verklaring hadden geconfronteerd. In dat geval was Henk in vrijheid gesteld en deze website nooit geschreven. Het liep anders met het gevolg dat Henriette nog dieper in haar burn-out zakte en Henk en zijn advocaat inschatten dat zij de druk niet aan kon om alsnog over dat alibi te verklaren. De advocaat had haar inmiddels goed leren kennen en vond haar veel te labiel om verklaringen af te leggen. “Beter geen alibi” zei hij, “dan een alibi dat stuk gaat”.
In het najaar van 2002 dacht Henriëtte wel in staat te zijn om over een aantal aspecten te verklaren en durfde zij het aan om te verklaren dat zij een andere man in Henks auto had zien rijden, plus nog een aantal aspecten die relevant waren, zoals de kennis die zij had van zijn tuingereedschap. Achteraf bekeken stelden Henk en zijn advocaat zich de vraag of het niet ongelooflijk stom was om Henriëtte niet over het alibi te bevragen. Zij waren toentertijd bang dat de officier van justitie haar op zou pakken en in een politiecel stoppen als zij Henk een volledig alibi zou verschaffen. Ze wilden haar dit niet aandoen. Ze wisten ook niet of zij zo’n heftige situatie zou kunnen doorstaan.
De onterechte veroordeling van Henriëtte wegens meineed
Het bizarre is dat Henriëtte ook reeds naar aanleiding van haar andere verklaringen werd opgepakt en 3 dagen in een politiecel werd gestopt. Als zij alles van tevoren geweten hadden, hadden Henk en zijn advocaat van Henriëtte moeten eisen dat zij over het alibi zou verklaren, ongeacht de consequenties. Henk en zijn advocaat hebben verregaand rekening willen houden met deze kwetsbare Henriëtte. Zij werd veroordeeld wegens meineed, die zij niet heeft gepleegd, want zij had al eerder ontkend dat zij die dinsdagavond, 4 december 2001 bij haar moeder was geweest. Zij heeft gezwegen over het alibi, maar over iets zwijgen is geen meineed.
Prof. Derksen: Henriëtte had alle reden om dinsdagavond Henk te bezoeken
Professor Ton Derksen toonde in zijn appèl op de CEAS (= de onderzoekscommissie van het OM die fouten van justitie onderzoekt) aan dat Henriette alle reden had om die avond van 4 december 2001 Henk te bezoeken vanwege de wijnflessen die zij cadeau wilde geven aan Joyce haar therapeute, die de volgende dag (woensdag 5 december 2001) bij haar zou komen. Joyce heeft inderdaad een fles wijn van Henriëtte gekregen. De verklaring van deze therapeute “dat Henriette haar zei dat zij als enige informatie had die Henk mogelijk vrij zou pleiten”, is één van de belangrijkste verklaringen. Toch is deze verklaring nooit in de rechtszaak van Henk aan de orde gekomen, omdat Henriëtte wegens meineed veroordeeld werd. Zowel het gerechtshof als de advocaat van Henk hebben die verklaring van Joyce nooit onder ogen gekregen.
Henriëtte niet in staat om als getuige op te treden.
Uit betrouwbare bron hebben wij vernomen dat Henriette helaas ook nu niet in staat is te verklaren. Het hardhandige optreden van justitie, de 3 dagen politiecel en de onterechte meineedveroordeling, heeft haar gebroken. Ze is alle vertrouwen in Henk kwijtgeraakt. Vanwege haar psychische gesteldheid is zij niet in staat om zich nog maar iets van de situatie van december 2001 te herinneren. De officier van justitie heeft geen middel geschuwd om Henriëtte wegens meineed te laten veroordelen. Wij hebben een sterk vermoeden dat dit gebeurde om te voorkomen dat haar verklaring door de advocaat van Henk zou kunnen worden gebruikt om Henk vrij te krijgen.